Dag 2 – 11 mei – Waterfietsen
Over de kamer hoefden we niet te klagen, maar toch slecht geslapen. De matrassen lagen heerlijk, maar ze waren tamelijk smal, dus flikkerde ik er om de havenklap half uit. Het eerste wat ik ‘s ochtends deed, was het bed tegen de muur aanschuiven. In dat proces trok ik bijna het nachtkastje van de muur. Oeps… Geen paniek hoor – het zit nog vast. Het ontbijt was van half acht tot negen. Zeven uur opstaan was vroeg genoeg leek ons. Als we klaar zijn met douchen en bek schrobben, gaan we wel naar het ontbijt. Rond kwart voor acht stonden we beneden. Prima op tijd dus, maar we waren zeker niet de eersten. “Zo, lekker uitgeslapen…?” Het ontbijtbuffet was goed geregeld. Diverse soorten kaas, vleeswaren en zelfs gerookte zalm met dille-mosterd. Verder waren er geloof ik vier soorten yoghurt, twee verschillende soorten vruchten sappen en een hele berg met van die kleine harde bolletjes en van dat Duitse brood dat je alleen weg krijgt met heel veel water. Gekookte eieren en scrambled eggs waren er natuurlijk ook. Iemand van het personeel vroeg of we thee of koffie wilden. “Koffie it is”, dus we kregen een thermoskan met koffie.
Wederom een kleine speech. De ochtendpreek zullen we maar zeggen. Er werd verteld dat er twee routes waren, een lange en een korte. Als je de korte route nam en die tussen elf uur ‘s ochtends en drie uur ‘s middags zou rijden, zou je het hoogstwaarschijnlijk droog houden. We gaan natuurlijk voor de lange route van dik 350 kilometer en dat je het dan niet droog zou houden, was niet gelogen. Ik weet niet meer precies wanneer het begon te regen, maar het regende op sommige plekken stevig door. Aan de ene kant van een heuvel was het wel oké – droog zelfs – en draaide je een ander dal in, dan kreeg je de volle mik op je bakkes. Gelukkig had ik mijn oude helm met pin-lock meegenomen, in plaats van mijn jet-helm. Eigenlijk uit nood want dat ding is al 10 jaar oud, maar zit super lekker en geeft weinig windruis. Mijn jet-helm is gewoon niet geschikt voor regen. Gisteravond hadden we nog een gesprek over afstanden rijden en slecht weer. “Ja, als je meegaat met de mega-tour, dan is 450 kilometer binnendoor niet raar. Maar als het dan regent, moet je wel gewoon doorrijden. Je kan met regen eigenlijk net zo hard als met droog”. Nu zal hij wel niet bedoelen dat je net zo hard over reparatiestroken heen moet gaan, maar het was waar. Het was even aankijken, maar naar mate we psychisch minder hinder hadden van de regen, ging het tempo omhoog. Tuurlijk, in dorpen moet je nog steeds niet over putten of zebrastrepen rijden, maar evengoed. Uiteindelijk gingen we net zo hard, als we op droog wegdek zouden doen. Waar ik in Nederland schijterig een natte rotonde zou nemen, vloog ik hier gewoon over rotondes en door haarspeldbochten heen. Gaaf! Alles zit tussen je oren. De pin-lock deed zijn werk heel goed. Geen moment last gehad van een heel erg beslagen vizier. Na een poosje neem je de regen voor lief en ben je gewoon lekker aan het rijden.
Maar goed – de route, we reden rond half negen weg van het terrein. Ik had mijn telefoon, cq. camera in een waterdichte zak gedaan, in de hoop nog iets van een foto te kunnen maken. De planning was dat we rond een uur of tien à half elf een bakkie zouden doen. Rond kwart over tien reed ik expres even verkeerd, want ik zag in het dorpje (Imbsheim) een koek-en-zopie tekentje staan op de Garmin. Helaas, het was dicht en we konden dus weer terug. Een kleine twintig minuten later, in het plaatsje Sparsbach, hadden we meer geluk. Hoewel het er nog dicht uit zag, was het hotelletje toch open. We bestelden cappuccino. We waren even vergeten dat ze er hier slagroom op mikken. Na ja. Niet heel veel later hoorden we andere motoren pruttelen en een kleine tien minuten later zat de hele zaak vol. Gezellig!
We vervolgen onze route. In Wingen-Sur-Moder gooien we de tank weer vol. Omdat we al een keer met cash moesten betalen, ook maar de lokale flappentap geleegd. Ik zei het al eerder, de routes waren voorgereden, dus er waren geen rare verrassingen met opgebroken wegen. Dan kan je natuurlijk alsnog pech hebben, toch een wegopbreking. Normaal rijden we er wel langs, alleen stond er hier een hek van twee meter – over de gehele breedte van de weg. Dan maar haaks omhoog. Ik weet niet meer precies wie, maar een rode Duc ging ons voor (Althans, ik denk dat het een Duc was). Gelukkig hebben niet veel van de route gemist.
We begonnen we trek te krijgen. Kwart over twaalf. Laten we maar kijken of er ergens nog wat te bikken valt te halen. Ik een klein plaatsje zien we een Auberge, “Auberge Sainte-Verene”. Laten we maar gewoon naar binnen gaan want misschien komen we straks niets meer tegen. We parkeren de fietsen pal voor de ingang. Oké – dit wordt niet iets wat de boer kent. Franse keuken. De vrouw die ons kwam bedienen ratelde wat in het Frans, toen Duits en schakelde toen weer terug naar het Frans – alsof dat niet ingewikkeld genoeg was vroeg ze of we “plat du jour” wilde. Da’s Frans voor dagschotel, zo ver was ik al, maar het zou fijn zijn als we wisten wat dat was. Kennelijk waren er twee varianten want we konden kiezen “something something” oder “Schwein”. Nu herken ik schwein dus laten we dat dan maar doen. Mijn reisgenoot slot zich uit veiligheid aan bij mijn keuze. Bij de dagschotel zat kennelijk ook nog een voorgerecht van 4 plakken worst. 2 stukken bloedworst – right – en twee stukken van een andere worst. Dit alles vergezeld van een schaaltje brood, een paar Cherry-tomaatjes en iets wat door moet gaan voor selery-salade. Nou – bloedworst, iets met boer en wat ie niet kent dus. Ik neem een klein stukje want ik laat me niet kennen. Mmm… Eigenlijk wel oké. Niet fantastisch maar zeker niet vies. Dan die andere worst… Duidelijk heel wat anders, want die had de kleur van leverworst. Ik denk ook dat het zoiets was maar dan veul lekkerder. Jammer dat er daar maar twee stukjes van waren. Het hoofdgerecht dan. Er kwam een bord met twee grote stukken, dun gesneden varken aan. Besloeg zo’n beetje twee derde van het bord. De rest was gevuld met gebakken geraspte aardappel. Ook wel rösti genoemd – daar moest het volgens mijn voor doorgaan. Er was nog een klein beetje plek voor van groente in de vorm van sperziebonen. De stukken vlees waren rijkelijk voorzien van een een of ander pepersausje of zo. Ik weet dat ze in Duitsland genoeg op je bord gooien, maar hier in het Duitssprekende gedeelte van Frankrijk zijn ze ook niet vies van een schepje meer. Gewoon te veel, maar wel lekker. Op een bepaald moment zagen we clubleden op de kruising inhouden om te overleggen. Ik grapte “Nou – die rijden gewoon door tot ze een pizzeria vinden want dit is veel te culinair” en hop – daar stoven ze weg 😀 Bij de dagschotel zat ook nog ijs maar dat hebben we maar overgeslagen en zijn direct voor een espresso gegaan.
Na dit culinaire avontuur reden we, een dik uur later en goed gevuld, weer verder. We zouden richting Bitche rijden. Op een heuvel (berg?) is daar een enorme Citadel gebouwd. De route leidt er heen dus waarom ook niet – Boven parkeren we de motoren en moeten verder lopen. Klein stukje maar, maar al snel blijkt dat als we verder willen we moeten betalen. Hier hebben we niet zoveel zin in. Niet omdat we Nederlanders zijn, maar omdat dat te veel tijd zou kosten. We maken wel een paar foto’s van het uitzicht. Na dit culturele “avontuur” rijden we verder en wat zien we daar? Een hele groep ZMV’ers bij een pizzeria 😀
Een klein uur later rijden we wéér tegen de citadel van Bitche aan. Zijn we verkeerd gereden of zo, of heb ik de route verkeerd overgetrokken? De tomtom, waarin ik de originele track heb geladen, geeft nog steeds het juiste aan. Als ik de kaart uitzoom zie ik dat wel een lus maken. Het is inmiddels half vier geworden. Mijn reisgenoot stuift door maar ik wel er even af om koffie te drinken en vooral of voor een sanitaire stop – die cola hè? Ik laat even weten dat ik er af wil en we keren om. Ik had een hotelletje gezien waar wel wat te drinken viel. We komen binnen en worden verwelkomt door de gastvrouw die wel heul erg vriendelijk doet. Eigenlijk een beetje te vriendelijk. Heel apart. De cappuccino’s zijn in ieder geval goed. We hadden nog even gepolst of het met melk of slagroom was, maar het was gewoon met melk. Prima. Terwijl we binnen zitten begint het te spetteren. En het spetteren werd gewoon regen – zeg maar gerust een plensbui. Lekker dan. We hebben zojuist al een half uur in de regen gereden en kennelijk was dit dezelfde bui. Na ja. Zoals voorspeld. Na de koffie was het onder de luifel aankleden want het goot. De druppels werden ook steeds dikker. Man, want ben ik blij dat ik niet hebt bezuinigd op mijn motorpak. Het pak was nog steeds warm en droog aan de binnenkant. Wel heel zwaar van de regen maar boeien. Zelfs de pin-lock, die niet meer op alle plekken sluit met het vizier hield het erg lang uit. Uiteindelijk werd het toch weer droog. Bij het hotel scheen gewoon weer de zon. Achteraf was het eigenlijk een prima dag. Wel aardig wat buiten gehad maar het was niet koud.
Opfrissen en weer naar beneden om een biertje te tappen. Beneden werden herinnerings-polo’s uitgedeeld. Wij hadden er geen besteld, maar er waren er over. Of we er misschien toch eentje wilde kopen. Ja hoor – prima. Doe maar een XXL. Die zal wel passen. Het was inmiddels half acht dus tijd om aan tafel te gaan. Er werd weer een kleine speech gehouden. Kan me niet meer zo goed herinneren waar het over ging maar vast over het weer :). Het buffet was weer prima verzorgd. Schnitzel en karbonade-achtige dingen. Groentes in overvloed en ik dacht gegratineerde aardappelen. Maar dat kan ook gisteren zijn geweest.
Hoi Sjoerd,
Mooi stuk heb je er weer van gemaakt.
Het was weer een leuk weekend.
Tot de volgende !
Mvg, Nico.
We hebben er zeker van genoten en kijken al uit naar volgend jaar.
tja ik zal het maar bekennnen de rode duc was ik
heb ik toch een goede daad gedaan
mooi stukje schrijven
houdo uit leende :huub
🙂 Het was inderdaad handig om even achter iemand aan te rijden die al had gekeken waar we heen moesten bij die blokkade.
Mooi verhaal, zéker als je voor het eerst na een jaar of zes/zeven? ,niet bij de ‘mei-toer’ aanwezig kon zijn. Mooie aanvulling op de foto’s (hé, Huubje is er ook weer bij ?) die ik al voorbij had zien komen op FB.
Ik ben pas vorig jaar in contact gekomen met Mozamo. Dit is dus eigenlijk mijn (onze) tweede tour met Mozamo/ZMV. Als er volgend jaar, begin mei of met Hemelvaart, weer zo’n weekend is hopen we er weer bij te zijn.