Vandaag was het weer heerlijk weer. Weinig bewolking, windstil en zeer aangename temperatuur van rond de 15 graden. Ideaal motorrijweer – behalve dan dat lage zonnetje wat in bossen toch soms tricky situaties oplevert. Vorige week zondag was het ook zal zo’n prachtig dag maar toen was ik verhinderd dus het moest er nu maar even van komen. Omdat de zon echt laag staat ben ik voor de veiligheid gaan rijden met een fluo-hesje. Niet geheel onverstandig.
De rit ging via het kasteel Haarzuilens. De weg lang het kasteel is met al die door het zon beschenen geel gekleurde bladeren nog sprookjesachtiger dan anders. Jammer van die lijnbus dan.
Aan het eind van die weg over de rotonde naar rechts om verder te gaan het kabouterdorpje Haarzuilens. Met een beetje fantasie waan je je zo in het “Land van Laaf”.
Omdat ik van te voren geen route had gemaakt ben ik verder maar gewoon wat gaan rondrijden. Voorbij Vleuten ben ik Utecht in gereden en over het kanaal richten Maarssen-Dorp om langs de Vecht te gaan rijden. Ook hier weer heerlijk rijden. Niet te warm en wind stil en vooral ook niet te druk. Al rijdend bewonder ik de mooie grote huizen die langs de Vecht zijn gebouwd. Kasteel Nyenrode zorgt er automatisch voor dat je aandacht even niet meer op de weg is gericht. Prachtig kasteel.
Mijn doel was om herfst kleuren te gaan bewonderen en dat doe je natuurlijk als je rijdt langs, of door de bossen. Langs de Vecht blijven rijden heeft dan niet zoveel zin. De weg waarop ik rijd sluit aan op de N201 en dat is nou niet de meest indrukwekkende weg, al moet ik zeggen dat het stuk richting Hilversum niet echt een straf is om te rijden. Ik sla dus af richting de Loosdrechtse plassen. Is wel geen bos, maar zo rijd je wel het leukst naar de Hollandsche Rading en Lage Vuursche en dat is toch echt wel bos. Omdat Maartensdijk het ook altijd wel goed doet, besloot in via Maartensdijk naar Lage Vuursche te gaan rijden. Zodra je bij de rotonde van Maartensdijk bent aangekomen en onder de A27 bent gereden begint het feest weer. Heerlijk die bossen. Laag staande zon op gekleurde bladeren geven echt een heel mooi effect, zeker als er dan ook nog een wit gekleurd landgoed bovenuit praalt. Het had helemaal een bizar plaatje opgeleverd als een zeer donkere lucht boven het landgoed had gehangen.
De weg zelf (Dorpsweg – Maartendijkseweg) is ook al een genot om op te rijden. Goed asfalt, mooi landgoed met aan de rechterkant van de weg een stuk weiland met uitzicht op een bos. Een stuk verder richting Lage Vuursche valt mijn oog op een een hele mooie doorkijk. De lage zon doet weer magische dingen. Dit waren ook gelijk de laatste foto’s van de dag want de telefoon had er geen zin meer in. Had wel aan de lader gehangen, maar kennelijk had het kabeltje er niet goed ingezeten. Jammer.
Bij Lage Vuursche is het ontzettend druk – dat is standaard. Al jaren een toeristische trekpleister door een aaneenschakeling van pannenkoekenrestaurantjes, begin van diverse fiets en wandelroutes. Hier ligt ook Prins Friso begraven. Het enige wat echt opvalt, is dat halverwege het dorp een bouwval op instorten staat voor al bijna tien jaar. Tien jaar!!. Omdat ik alleen aan het tuffen ben sla ik de pannenkoeken maar even over al moet ik zeggen dat ik wel trek heb gekregen. De weg loop verder via de bomentunnel. Het is daar zo donker dat het voeren van lichten echt geen overbodige luxe is. Ik merk dat de auto voor me dat niet vindt maar de tegemoetkomende auto wel want we worden beloond met een salvo groot-licht signalen. Mocht je een keer niets te doen hebben: Er is een heel leuk klimbos daar – als je kinderen hebt zeker eens doen.
Volgende doel is de weg die van Zeist naar Austerlitz loopt. Ik heb het even opgezocht. Het is de N224. Omdat ik nu bij Hoge Vuursche zit en ik niet helemaal precies weet hoe daar te komen volg ik maar gewoon de bordjes “Zeist”. We rijden dan wel over vlotte 80 kilometer wegen maar het is allemaal bos en niet druk. Via Paleis Soestdijk en Den Dolder komen we uit op de weg naar Austerlitz. Prachtig. Echt heel mooi en volop genieten waarvoor we gekomen zijn. Wel nog even getankt bij Pijnenburg. Honger en een Geel lampje op het dashboard vonden dat nodig. 31 liter ging er in (en een gevulde koek). Kleurtjes kijken en dan met name rood en geel en alles wat er tussen ligt. Dan komt er een kruispunt. Gaan we verder naar Woudenberg of slaan we af naar rechts richting Doorn? Het wordt Doorn want Woudenberg is bij mijn weten geen bos meer. Weer een provinciale weg maar ik rijd met een rustig gangetje. Even onthaasten want er zit toch niemand achter me. Bij Doorn gaan we verder naar het oosten – we slaan af bij het kruispunt richting het Doornse Gat. Ook hier – als je van het bos houdt – ga daar een keer spelen en wandelen. Een parkeerplaats eerder is ook een parkeerplaats voor alleen wandelen.
We naderen de rotonde bij Leersum, maar eigenlijk wil ik weer richting huis omdat ik nog enigszins op tijd thuis wil zijn. Laten we via een BMW-dealer rijden voor koffie. Die is warm en gratis. Ik stel de navigatie in op Molenaar-Motors; vermijdt snelwegen. Makkelijk zat toch. De navigatie dirigeert mij door een stuk weg zonder asfalt (jippie) en uiteindelijk kom ik te rijden op de provinciale weg richting Odijk. Ik check de navigatie hoeveel kilometer nog en hoe lang we daarover zouden moeten doen. Mmmmm, dat is dik na vijven. Dan is die winkel al dicht. Thuis is ook koffie en wellicht van betere kwaliteit, dus ik besluit er een eind aan te breien. Bij Odijk draai ik de snelweg op. Dit stuk kan me echt niet kort genoeg duren. Net voorbij Utrecht ga ik de snelweg weer af om het laatste stuk van de rit langs de Oude Rijn te rijden. De rust is wedergekeerd. Lekker gereden – volop genoten van de herfst. Koffie!