De route door Gelderland, die ik vorige maand heb gemaakt, was goed bevallen. Zo goed, dat ik die nog maar een keertje heb gereden. Wel met een paar klein aanpassingen. Het stuk langs Hilversum, Soest en Amersfoort heb ik er uit gesloopt. Te veel bebouwde kom. In mijn beleving begint die route pas echt mooi te worden als je bij Leusden het industrieterrein verlaat.
Dit keer besloot ik om alleen te rijden. Vorige maand reden we voorbij een eetcafé. “Eet Tapperij Bijsterbosch” genaamd. Het cafeetje ligt aan de IJssel (niet de Hollandse IJssel, dat is ergens anders). Het eetcafé ligt vanuit de route gezien net voor Welsum. Het terras blijft op dezelfde hoogte als de dijk, waardoor je een mooi uitzicht hebt over de plas die er naast ligt. De plas lijkt ontstaan door een dijkbreuk. Het deed me denken aan Wiel van Bassa bij Schoonrewoerd. Ik kan de oorsprong echter niet vinden. Afijn… Ik stopte daar om te eten. Ik kreeg trek en het lag op ongeveer de helft van de route.
Ik stal de motor naast twee imposante GoldWing’s en zoek een mooi plekje uit op het grote terras. Ik bestel een cappuccino en vraag of ze uitsmijters serveren. Nou, dat doen ze en in meerdere varianten. “Nou, doe mij dan maar een uitsmijter ham-kaas met kapotte dooiers en bruin brood en als het kan een Colaatje”. Werd geregeld. Ik was wel vergeten te vragen of het Coca Cola was en niet Pepsi of Fritz cola of zoiets ranzigs. Ik moet er niet aan denken, maar gelukkig was er echte cola uit een glazen 33cc fles. Waar zie je dat nog?
Na de uitsmijter rij ik verder in de richting van de Deventerse Buitensociëteit (Ik krijg het nog steeds niet zonder lachen uit m’n strot). De route is weinig spannend qua bochten, maar heerlijk ontspannend rijden. Het is warm en het waait een beetje. Prima toch. Via Voorst, waar ze een mooie randweg omheen hebben gelegd, rijd ik naar Loenen, terug richting de Veluwe. Ik maak me op om de bocht aan het eind van de Groenendaalseweg eens lekker in te zetten. Ik kies de juiste snelheid, juiste versnelling en net voor ik de bocht wil inzetten zie ik een trut-vlaggetje met “IJsje?” langs de vangrail staan. Net over de brug staat een lelijke-eend-met-caravan combinatie. Eerst die bocht. Heerlijk… Komt geen eind aan. Na de bocht is een bushalte of iets dergelijks en ik besluit even terug te rijden, want ik had het toch niet helemaal goed gezien. Jawel hoor. Een Lelijke Eend met een ijskraam er achter. Lachuh! Ik kon het niet laten om een break te nemen hier.
Na de versnapering stap ik weer op de motor om verder te rijden. Eerst over de Oud Arnhemseweg richting Beekbergen. Daarna weer het bekende tracé richting Hoenderloo, Otterloo, Barneveld en Scherpenzeel. Bij Scherpenzeel rijd ik in westelijke richting naar Zeist om daar vervolgens bij Bunnik de A12 op te draaien en komt er een eind aan het rondje.