Dag 4 – De 1000 meren
Vandaag zouden we het niet droog houden. Op het moment dat we wegrijden van het hotel regent het niet. Het had ‘s nachts wel flink geregend. In tegenstelling tot gisteren was het gewoon koud, grijs. De gore-tex voering die ik gisteren-middag uit mijn pak had gehaald zat er weer in. Ik had voor de zekerheid ook een dunne fleece aangetrokken. Dat bleek geen overbodige luxe te zijn. Tijdens het rijden was het gewoon koud. De jet-helm heb ik ook maar even omgeruild voor mijn oude systeem-helm met pin-lock. (Ja – ik had twee helmen bij me) De dag had een dag moeten worden van mooie uitzichten maar we reden al snel in een dichte mist met een irritante miezer. Niet tof. Koud en binnen no-time zie je niets meer door je vizier. Het duurde niet lang of we besloten de regenjassen toch maar aan te doen. Op Col de Bramont vertelde de navigatie dat we naar rechts moesten. What the hell – er is daar geen weg. Oh. Toch wel.. Chemin Berry. Deze zou leiden naar Col de la Vierge en daar overgaan in Route de Vielle Montagne. Later begrepen we van ons reisgezelschap dat dit “een echt Danny weggetje” was. De weg was nauwelijks breder dan een enkelzijdig fietspad, groen van opgegroeid mos, de zijkanten bruin van de dennennaalden en dat alles in de stromende regen met een nauwelijks functionerende pin-lock op een 400kg zware fiets met te veel koppel. Tof, maar wel een fabeltastisch mooi weggetje weer.
De Ballon d’Alsace ligt in een van de natste gebieden van Frankrijk
In Vagney kwamen we een aantal van ons gezelschap weer tegen in een kroegje. Even een warme bak koffie naar binnen werken en kletsen over “dat ene weggetje”. “Ja – dat is echt weer een Danny-weggetje” Na de koffie reden we verder richting een gebied wat “het 1000 meren gebied” heet – blah blah des Mille Etangs of zo iets. Inderdaad heel apart. Als je denk dat ze in ús Fryslân veel meertjes hebben dan heb je het mis. Achter ieder bultje en naast iedere bocht ligt er wel een nieuw meertje of poeltje. Kan ook niet anders met al die regen. Ondanks dat het regende was het wel een mooi stuk. Veel wielrenners ook. De weg wat niet al te best. Veel scheuren en hobbels en over het hele traject was er wel sprake van enige vorm van spoorvorming. Langs de route lagen ook best wel wat boeren gehuchtjes. We konden alleen geen cafeetjes of zo ontdekken. Lijkt mij met mooi weer best wel een mooie plek om eens een pauze in te lassen. Na dit mooie stuk kwamen we uit in Servance-Miellin. Het was inmiddels even over twaalf. Tijd voor eten. De garmin gaf aan dat er wel een aantal eetgelegenheden waren. Heel het dorp rond gecrost maar niets te vinden. Toch maar even terug naar de hoofdweg. Aan de zijkant van de weg staan een aantal motoren. Hey… Daar staat die witte GS. Die kennen we. Aan de overkant zat “Hotel-Restaurant dus Tourisme” – stond niet op de kaart. Het zag er aan de buitenkant werkelijk niet uit. Toch maar naar binnen want er zitten bekenden. We deden de deur open en het leek eigenlijk net alsof we in de kantine stonden van een sportclub. Saai – witte tegeltjes op de grond en een bar die wel een grondige renovatie leek te kunnen gebruiken. Positief: het etablissement was werkelijk afgeladen. “Dit kan wel even duren”; zei ik. Al snel werd er gevraagd of we bij die andere motorrijders hoorden. “Mais oui madame”. We werden door de hoofdzaal geleid naar een soort van achteraf lokaal. Dit lokaal was nog niet voor de helft gevuld maar niet minder gezellig. De ober was een ontzettende grappenmaker. Hij was een beetje aan het dollen. Vriendelijke kerel. Het duurde lang voor we de pizza’s kregen. De pizza’s waren goed gevuld en lieten ze ons goed smaken. Het was inmiddels half twee geworden. Nou, prima pauze en goed gegeten.
Richting Ballon d’Alsace. Het was nog niet gestopt met regen en de temperatuur werd er ook niet beter op. De weg waarop we reden was heerlijk, al was op sommige plekken de slijtlaag weg en kwam het gladde teer naar boven. “Leuk bij nat weer en leuk bij heet weer”. Dit waren slechts een paar stukken want eigenlijk was het stuk vanaf de lunch tot aan ons hotel super. Heerlijk om te rijden. We waren nu weer zo’n uur onderweg en ongeveer 50km verder. We stonden boven op de Ballon d’Alsace. Mijn handvatverwarming voluit stond. Mijn maatje stopte op een parkeerplaats om droge handschoenen te pakken. Eens even kijken hou koud het nu eigenlijk is. “Oh – oke. 4,5 graden”. Dat is best fris. Gelukkig had ik zelf niet zo veel last van de kou, maar zou het zeker niet naar mijn zin hebben gehad zonder de handvatverwarming. Het schijnt ook dat Ballon d’Alsace ligt in een van de natste gebieden van Frankrijk. Als we wikipedia mogen geloven tenminste. We gingen weer op weg. Nog steeds regen en hier op de Ballon was het goed mistig. Vanaf de Ballon was het “down-hill”. Weldra waren we uit de mist. We hadden nog ongeveer 120km te gaan. Gaandeweg begon het steeds minder te regenen. Uiteindelijk werd het in de buurt van Soultz-Haut-Rhin (kilometer of 20 ten zuiden van Colmar) droog. Het wolkendek liet ook af en toe een zonnetje door. Begon zowaar een beetje op te warmen. Bij Turckheim liepen we vast tegen een wegversperring. Dat was echt heel jammer want het stuk weg tot aan het hotel zou een brede weg zijn met veel mooie slingers. Gelukkig was er wel een omweg. Veel minder slingers, maar wel een lekkere brede weg. Echt een weg waarop je je even “baldadig” kan gedragen 😉 Ook wel even lekker om de ruimte te hebben na de vele claustrofobische weggetjes. Rond half zes waren we weer in het hotel. Eerst even een warme douche en dan een lekker biertje pakken.