Fantastisch asfalt…
De Zaanse motorvrienden gaan in het voorjaar weer toeren in de Benelux. Nou ja, eigenlijk is het gewoon Luxemburg met het landhotel net over de grens in Duitsland maar alla. Je het een naam geven niet? De laatste keer, dat we daar aan het toeren waren, is al weer even geleden. Eind augustus 2018 om precies te zijn.
Luxemburg mag dat wel niet uitblinken in grote hoogteverschillen, spectaculaire haarspeldbochtcombinaties (3x woordwaarde). De omgeving is werkelijk schitterend met al het groen, de glooiende wegen door de dalen die verleiden tot baldadig rijgedrag, de vergezichten en over het algemeen genomen het fantastisch bijgehouden asfalt.
We besluiten om weer een dag eerder te gaan zodat we een extra dag kan genieten. Soms vraag ik me wel eens af of een lang weekend van 5 dagen niet te veel is van het goede. Misschien als het weer niet meezit, maar anders is het zeker prima. Die extra route hoeft dan niet gelijk de 400km te zijn. Ergens tussen de 250 en 275 is prima als je 3 volle dagen kan toeren.
Dag 1
De overnachting van de extra dag is in Hotel Dimmer. Een fijn hotel maar iets prijziger dan andere. Dat mag als het maar voor 1 nacht is, de bedden goed zijn en het eten lekker. Ik zorg er voor dat we voor Maastricht Airport al van de snelweg kunnen. Vanaf Elsoo is het helemaal binnendoor. Bij Eupen knallen we naar de Hoge Venen. Je mag daar officieel maar 90, echter die weg is zo breed in dat asfalt is, voor Belgische standaarden, van goede kwaliteit. Even baldadig doen. Rond kwart voor 2 zijn we bij Baraque Michel. Tijd voor een verlate lunch. Hoewel het wel zonnig is en het niet koud is, is het wel fris. Te fris om buiten te zitten. Er zit ook verder niemand en dat is ongezellig. Binnen is het een ander verhaal. Het is er gezellig druk. Ik pak de menukaart en zie alleen dingen die ik of niet ken op waar ik geen zin in heb. “Allee, ik kan ook een uitsmijter voor u maken he..”, hoor ik van linksachter komen. Ik best dus een uitsmijter en een cappuccino. Na een kleine vijftien minuten komt er een houten plank met een uitsmijter “ham kaas met doorgeprikte dooiers”, zoals had gevraagd, voorzien van het nodige rauwkost. Dit gaat er goed in aangezien de lunch al ver achter me lag.
Laadpaal voor motoren…
Na de lunch en een plaspauze gaan we weer verder. Op de parkeerplaats merk ik nog een zonderlinge laadpaal op. Laadpalen voor auto’s zijn inmiddels geen rare verschijning meer, maar dit was een laadpaal voor motoren. Oke dan.. De route gaat verder langs Robertville richting Prüm en Manderscheid. De rit moest wel ingekort worden. Vanwege druk verkeer en omleidingen wilde het niet echt opschieten en besluit rond half 5 om maar rechtstreeks naar het hotel te rijden. Duurt evengoed nog een dik uur. De mooie stukken langs Manderscheid moet we dan maar missen, maar met de hoeveelheid bochten die ik daar in heb verwerkt zou het waarschijnlijk nog wel 2 uur duren en dan zou het richting half 7 gaan en daar had ik geen zin in.
De motor parkeer ik op een parkeerplaatsje voor het hotel. Die mag daar blijven staan. De kamer is in het bijgebouw. Als de bedden maar goed zijn en er een goede douch is, maar daar twijfel ik niet over. De man van de receptie vraagt of ik in het restaurant wil eten. Hij wil dat graag weten omdat het kennelijk best druk is. Laten we inderdaad maar een tafeltje reserveren. Zou lullig zijn als je binnenkomt en alles is vol. Eerst mijn pak
dit is gewoon slachtafval
uit en een warme douch nemen. Dat deed me goed. Na de douch plof ik op het bed en val bijna in slaap. Laten we dat nog maar even niet doen. Rond 7 uur vind ik het wel mooi geweest en begeef me naar het restaurant. Op de menukaart staat wat dingen die ik denk te herkennen. Het is allemaal in het Duits en Luxemburgs. Ik denk een aantal gerechten te herkennen en bestel iets wat me veilig lijkt. Stukkie vlees met gebakken aardappeltjes en wat groentes, alleen bij de eerste hap was ik niet meer zo zeker van mijn keuze. Het vlees had een hele rare bijsmaak en de structuur was twijfelachtig. Volgende keer toch maar Google Translate raadplegen, want ik had kennelijk koeientong besteld. Absoluut niet voor herhaling vatbaar. Ronduit smerig! Ik vind niet snel iets vies, maar dit is gewoon slachtafval. Misschien vinden anderen het een delicatesse. Ik heb daar een iets ander idee bij. Brr…
Dag 2
Ik werd wakker met een stevige koppijn. Geen idee waarom. Zoveel bier had ik toch niet op? Eerst maar een paracetamol naar binnen werken en een lange warm douche pakken. Pas tegen een uur of 9 zaten we aan het ontbijt. Ik was niet echt vooruit te fikken. Pas tegen 10u begonnen we aan de extra rit. Dat leek nu ineens niet meer zo’n goed idee. Het weer zat gelukkig mee. Fris maar zonnig. Ik had een rit van 270km gepland. Ik kijk wel tot waar die volgen. Ondanks de koppijn ben ik toch wel aan het genieten van de route. Bij Weiswampach (Lux) even de tank volgooien. Ik liet de route, gezien de tijd, vanaf daar ever voor wat het was en stelde de Garmin in om een flink stuk af te snijden. Bij Kautenbach zouden we de route weer oppikken, dan konden we daar gelijk lunchen. We waren daar rond half een, wat een prima tijd is om te lunchen. Gelijk weer een paracetamol er in. Mijn hoofdpijn was wel gezakt, maar niet genoeg. Eerst maar een koffie bestellen en dan rustig kijken wat ze allemaal hebben. Ik hoefde eigenlijk niet te kijken. Gewoon een uitsmijter weer. Uitsmijters doen het altijd goed op een hongerige maag en is wat beter te verteren dan een schnitzel of braadworst met patat of zo. Na een lunchbreak van een dik uur werd al duidelijk dat ik de route nog maar een stuk moest inkorten. Jammer maar helaas. Beter iets eerder in het hotel dan gesloopt aankomen. Er zijn tenslotte nog 2 volle routes te doen 🙂 Bij Ettelbruck, het is inmiddels al voorbij half 3, vertel ik de Garmin maar weer rechtstreeks naar Fünfmädelhaus Gasthaus te rijden, waar de Zaanse motorvrienden dit jaar het toerweekend hebben besproken.

Dag 3
Dit keer wel goed geslapen – rustig aan gedaan met het bier 🙂 Je weet maar nooit. De route die voor vandaag was uitgezet liep a.o. via het Müllerthal en is zeer mooi vanwege de kalksteenformaties. De parkeerplaatsen bij mooie rotsformaties waren echter zo druk dat foto’s maken niet echt zinvol was. Je kon de motor niet echt kwijt en een foto’s zonder een overvloed aan toeristen was ook niet te doen. Dan maar geen foto. De route liep verder richting Luxemburg stad. Omdat het daar wat minder is qua wegen liep de route over de doorgaande weg boven Luxemburg stad en het werd daar verschrikkelijk druk. Bij Bertrange, een voorstad van Luxemburg, waren ze nogal bezig met de weg en alles werd geregeld met tijdelijke verkeerslichten. Chaos verzekerd. Ik had hier geen zin in. Halverwege die file was een weg naar links die leidde naar een winkelcentrum met een Burgerking. Het was toch 1 uur en ik had wel trek, dus ik denk “fuck it”. Ik reed een groot stuk tegen het verkeer in en hop, naar link. Bekijk het maar. We stopte ook op het goede moment want terwijl de burgers werden weggewerkt loste de file ook langzaam op.
Verder met de route. Zoals ik al eerder zei: Luxemburg blinkt niet uit in grote hoogte verschillen of haarspeldbochtcombinaties, maar toch kan je echt je lol op hier. Op de momenten dat je uit een dal bent en je boven op de “hoogvlakte” rijdt kan je heel ver kijken en wat is er mooier dan een weg met gitzwart asfalt, voorzien van boompjes die keurig in lijn staan met de weg terwijl je over het landschap kan uitkijken. Het is absoluut geen straf om wegen als dit meerdere keer te rijden.
Dag 4

Gisteravond tijdens het wandelingetje na het eten miezerde het een beetje. Vandaag zou het ook een beetje kunnen regenen. Het was in ieder geval bewolkt en wat frisjes. De route van vandaag was er weer eentje om niet te vergeten. Mooie strakke wegen. Veel vergezichten en weinig verkeer. Het bleef bewolkt, maar regen hebben we niet gezien. Rond 12 is het weer tijd om eens uit te kijken naar een eetgelegenheid. Altijd spannend op de zondag.
Na een half uur zoeken, soms even van de route af, vinden we iets. Je kan buiten zitten als zijn de tafels en stoeltjes niet superschoon. Binnen is het echter super truttig, dus we vragen eerst maar eens of we iets kunnen eten en of dat ook buiten kan en ja hoor. We kunnen buiten eten. De menukaart is weer in het Luxemburgs. Ik moet dus goed kijken dat ik niet weer iets stoms krijg. Gelukkig staat er een aardappelsalade op met iets van bockworstjes of zo. Toch spannend maar het was super lekker.
Dag 5
De laatste rit van dit weekend. Stukje Duitsland, gevolgd door een mooie stuk België, waarna we weer Duitsland in duiken. Via Monschau en de fantastische bochten richting Rurtalsperre stoppen we bij de Biker-Ranch voor een middag hap. Daarna nog een paar mooie bochten en draaien we net ten oosten van Aken de snelweg op. Het weekend zit er weer op. Jammer!